Of loopbaancoaches misbruikt worden? Of ze de kneusjes van de arbeidsmarkt zijn werden door de ‘deliverooïsering’? Daar ging Knack naar op zoek en ze spraken met heel wat mensen. Waaronder met mij. Uiteraard is het verhaal genuanceerder.
Het artikel verscheen op 4 november 2020. Hier het fragment waar ik aan het woord kom. Het volledige artikel vind je onderaan.
Wildgroei
Het is moeilijk in te schatten hoe wijdverbreid de zogenaamde deliverooïsering binnen de sector is. Wel is er een trend dat kleine loopbaancentra het steeds moeilijker hebben om het hoofd boven water te houden.
Marieke Genard, een loopbaancoach van het eerste uur die al zestien jaar in het vak zit, leidde zelf een loopbaancentrum en werkt nu als zelfstandig loopbaancoach samen met Kessels & Smit. ‘Ik heb de evolutie in ons werkveld gezien en ben er niet blij mee. Met de introductie van de dienstencheques is iedereen een eigen dienstenchequebedrijf begonnen. Zo is het ook met de loopbaancheques gegaan. De problemen beginnen als de subsidies de kosten toch niet echt blijken te dekken. Dat bevoordeelt grote kantoren, die vaak ook nog veel andere activiteiten hebben, grote budgetten aan promotie en reclame kunnen besteden en op heel veel plekken aanwezig zijn. Door de wildgroei aan loopbaancentra zit niemand vandaag nog op nieuwe coaches te wachten. Om je centrum rendabel te houden, moet je om te beginnen groot genoeg zijn en zullen sommigen proberen om zo veel mogelijk van het loon van hun loopbaancoaches af te romen. Startende loopbaanbegeleiders komen terecht in een markt die verzadigd is, en worden zo de speelbal van gevestigde centra, die hen ongeveer alles kunnen vragen. De concurrentie in onze sector wordt steeds ruwer. Het wordt steeds lastiger om cliënten te rekruteren en voldoende cheques binnen te halen om alles te financieren. Ik ken heel wat goede mensen die eruit zijn gestapt. Van de twintig organisaties die vóór 2013 in Vlaanderen aan loopbaanbegeleiding deden, zijn vooral de vzw’s afgehaakt – er zijn er vandaag denk ik nog maar twee over.’
Genard wil ook benadrukken dat een loopbaancentrum leiden in veel gevallen allesbehalve de jackpot winnen is. ‘Er komt ontzettend veel bij kijken aan extra investeringen. En het centrum draagt ook de eindverantwoordelijkheid en moet de kwaliteit van de dienstverlening door zijn onderaannemers waarborgen, anders dreigt het zijn VDAB-mandaat te verliezen.’ Ze vertelt tot slot dat exclusiviteit vragen van zelfstandige loopbaancoaches in haar ogen de logische keuze is. Dat deden ze ook in het loopbaancentrum dat zij mee coördineerde. ‘Ik geloof niet in coaches die van verschillende walletjes eten’, aldus Genard. ‘Je wilt een echt actieve medewerker, niet iemand die maar half aanwezig is en die zijn of haar cliënt meeneemt naar de hoogste bieder. Op zulke mensen kun je als centrum niet bouwen.’